Uw (standaard) oefenparameters instellen

Parameters van Physitrack-oefeningen zijn standaard ingesteld op de laagst mogelijke waarden (tenzij u de oefening opent als onderdeel van een vooraf opgeslagen oefenprogramma). Iedere zorgverlener is anders en zal andere voorkeuren hebben wat betreft standaardparameters. Deze pagina vertelt u hoe u deze (standaard)parameters kunt instellen. Omdat elke patiënt ook een uniek individu is, kunt u hier gemakkelijk weer van afwijken bij het toewijzen van een oefenprogramma.

In Physitrack kun je oefenparameters instellen op twee "niveaus":

  • In de oefenbibliotheek - deze parameters zijn van toepassing telkens wanneer u deze oefening aan een patiënt toewijst.
  • In de programma-editor - deze parameters zijn alleen van toepassing op dit specifieke trainingsprogramma.

Onzichtbare parameters?

Soms heb je niet alle beschikbare parameters nodig voor een oefening. Momenteel is er een beperkte mogelijkheid om bepaalde parameters onzichtbaar te maken voor patiënten door ze op de laagst mogelijke waarde in te stellen of te laten staan.

Opmerking: Dit geldt alleen voor de parameters "Weight" en "Hold".

Parameters instellen op bibliotheekniveau

1
Ga naar Bibliotheek > Oefeningen en klik dan op de miniatuur van de oefening waarvoor je standaardparameters wilt instellen.
2
Stel de standaardparameters aan je voorkeur door de juiste waarden in de vervolgkeuzemenu's te kiezen. Wijzigingen worden onmiddellijk en automatisch opgeslagen.

Deze parameters zijn van toepassing telkens wanneer u deze oefening toewijst aan een patiënt.

Parameters instellen op het niveau van de programma-editor

1
Selecteer de oefeningen die je wilt toewijzen en klik op het winkelmandje rechtsboven om naar de programma-editor te gaan.
2
Klik nu op de miniatuur van de oefening waarvoor je de parameters wilt instellen.
3
Stel de parameters in aan je voorkeur door de juiste waarden in de vervolgkeuzemenu's te kiezen. Wijzigingen worden onmiddellijk en automatisch opgeslagen. Klik op Sluit wanneer klaar.

De ingestelde parameters zijn alleen van toepassing op dit specifieke trainingsprogramma.

Parameters instellen op het niveau van de programma-editor (weekprogramma)

1
Selecteer de oefeningen die je wilt toewijzen en klik op het winkelmandje rechtsboven om naar de programma-editor te gaan.
2
Klik nu op de miniatuur van de oefening waarvoor je de parameters wilt instellen.
3
Stel de parameters in aan uw voorkeur door de juiste waarden te kiezen in de vervolgkeuzemenu's.
4
Gebruik het vervolgkeuzemenu om aan te geven op welke dagen de parameter van toepassing moet zijn.

Alleen dit geval: de parameter geldt alleen op deze dag, bijvoorbeeld elke woensdag.
Alle gevallen vanaf dit punt: de parameter is van toepassing op deze dag en op alle toekomstige momenten waarop deze oefening in het oefenprogramma voorkomt.
Alle gevallen in dit programma: de parameter is van toepassing op deze dag, evenals op alle andere momenten (zowel in het verleden als in de toekomst) waarop deze oefening voorkomt in het oefenprogramma.
5
Klik op Sluiten als je klaar bent - de gewijzigde parameter(s) worden automatisch opgeslagen.
Heeft dit je vraag beantwoord? Bedankt voor de feedback Er is een probleem opgetreden bij het indienen van je feedback. Probeer het later nog eens.

Neem contact op: Neem contact op met Physitrack Contact